LAURIER PLANTEN

Teel laurier in een pot op een zonnige, beschutte plaats en zet de plant ‘s winters op een koele, vorstvrije plaats. Bij het verpotten kun je een traag werkende mix van organische en chemische meststoffen toedienen. Tijdens de zomer, als de plant snel groeit, kan je het best een meststof in vloeibare- of korrelvorm toedienen. Einde zomer moet de bemesting afgebouwd worden om de plant af te harden.

Het opkweken van laurier is vrij moeilijk. Wel kan één aangekochte jonge plant je een jarenlange oogst geven van verse laurierblaadjes. Dit is de meest aangewezen manier om laurier te planten.

De laurierplant vereist goede potgrond, het liefst met wat klei. Zorg voor een goede drainage door onder in de pot een laag potscherven of kleikorrels te leggen. Laurier is niet winterhard, dus in de winter moet je de plant verhuizen naar een koele (vorstvrije), maar ook lichte ruimte. Dit doe je eind oktober, begin november. Houdt de plant lichtvochtig.

Om de twee jaar moeten de jonge planten en om de drie à vier jaar de oudere planten verpot worden. Verpotten doe je best in de maand maart of september.

In mei mag de plant weer naar buiten. Geef regelmatig water, zodat de kluit nooit uitdroogt. Snoeien doe je tussen november en eind juni.

Je kan het hele jaar verse blaadjes oogsten. Geplukte bladeren moeten na het drogen enkele dagen worden geperst, omdat ze sterk geneigd zijn om te krullen. Laurier is uitstekend om te drogen.