Begin in je eerste moestuinjaar met groenten die snel en zonder veel verzorging groeien zoals snij-en pluk-sla, rucola, spinazie, radijzen, rode bietjes, snijbiet of warmoes, bonen en uien. Makkelijke kruiden zijn kervel, peterselie, winterpostelein en koriander. Ook courgettes, komkommers en pompoenen groeien zonder al te veel problemen. Laat kolen en asperges nog even achterwege.
Kies groenten die jij of je gezin lekker vinden. Tenzij je een heel grote moestuin hebt, moet je ook keuzes maken: wil je bijvoorbeeld bewaar aardappelen en winterwortelen kweken als je die ook makkelijk bij de bioboer vindt? Concentreer je dan liever op een paar lekkere soorten jonge aardappelen en vroege lentewortelen en vul de rest van je tuin in met andere spannende groenten.
Doorgewinterde tuiniers zaaien al hun groenten zelf, maar met aangekocht plantgoed gaat het wel een pak sneller en makkelijker. Het is als beginners ook motiverender om al in maart frisse slaplantjes in je moestuin te zien groeien, in plaats van nog een maand te moeten wachten. Weet dat je sommige groenten nooit als plantgoed kunt kopen, zoals wortelen, pastinaak, schorseneren en radijzen.
Door hun lange wortel laten ze zicht niet verplanten, die moet je sowieso rechtstreeks ter plaatse zaaien.
Je kunt op twee manieren groenten zaaien: direct in vollegrond, dus op de plaats waar de plant volwassen zal worden dat ze nog eens verplant moet worden, of in potten, bakken of trays. Hoewel je er natuurlijk meer omkijken naar hebt, biedt voorzaaien in huis of in de serre een pak voordelen. De planten kunnen er kiemen in optimale condities.
In luchtige , steriele grond, bij veel licht en warmte. Je kunt er zaailingen op het juiste moment meteen uitplanten en zo een flinke voorsprong nemen. Daarbij zijn ze ook al beter gewapend tegen onkruidconcurrentie en slakkenvraat. Niet onbelangrijk: je kunt een deel van je zaailingen uitdelen of ruilen voor iets nog interessanter – wie voorzaait heeft altijd wel wat over.
Investeer in een zak zaaigrond en een paar zaaitrays, dat zijn lage bakken met voorgevormde vakjes, waarin telkens één zaadje past. Zaai niet in gewone potgrond of compost, die bevat te veel voedingsstoffen. Hergebruik ook geen zaaigrond, maar neem altijd een verse lading, zo verminder je de kans op schimmels.
Zaai je vroeg in de lente, dek de bak dan af met een doorschijnende plastic zak waarin je wat gaatjes prikt. Haal die weer weg zodra de eerste groene stipjes tevoorschijn komen, dat kan na enkele dagen (sla, tomaten) tot een paar weken (peterselie zijn)
Ieder kiemplantje ontwikkelt eerst twee kiemblaadjes en pas daarna de echte blaadjes. Zodra je zaailingen hun eerste paar echte blaadjes gevormd hebben, moet je ze verspenen naar een individuele pot, met gewone potgrond. Zo’n verplaatsing is nodig om ze een extra groeistoot te geven, en ze ook meteen van de nodige voedingsstoffen te voorzien.
Vul je potten tot de helft met gewone potgrond en duw heel goed aan. Haal je zaailingen voorzicht uit de “pluggen” van je zaaitray, zet de blokjes in de pot en vul verder aan met potgrond. Duw opnieuw goed aan en begiet onmiddellijk met lauw water. Zodra je zaailingen aan het groeien zijn, laat je ze wennen aan wat frissere temperaturen. Afhankelijk van wat je hebt gezaaid, kan dat in de serre, de koude bak of meteen in de buitenlucht.
Je planten zijn klaar om naar hun definitieve plek te verhuizen wanneer je aan de buitenkant van de kluit mooi witte worteladertjes ziet liggen. Klop de plant zachtjes uit de pot en kijk hoe het met de wortels staat. Zie je nog niets door de potgrond komen, dan is het te vroeg.
Geef in de eerste week na het verplanten regelmatig water met een fijne gieter of je tuinslang op nevelstand.
Zodra het weer het toelaat, kun je direct in vollegrond zaaien. Radijzen, wortelen en snijsla moet je sowieso altijd rechtstreeks ter plaatse zaaien.
Je groenten en kruiden zelf kweken was nog nooit zo gemakkelijk. De website groenten kweken legt stap per stap uit hoe groenten en kruiden gekweekt kunnen worden.
Daarnaast kan je onze gratis zaaikalender downloaden.